Deze tekst is rechtstreeks overgenomen van het blog:
Twee jonge knapen, zo’n jaar of 11, komen afzonderlijk van elkaar, in mijn praktijk. Beiden zitten op dezelfde voetbalclub in de E-selectie. Dat voetballen staat even op een laag pitje: De een heeft een pijnlijke knie en de andere kampt met een pijnlijke hiel. Aanzetten voor een sprint, schieten van de bal, het gaat even niet meer. Zowel niet in competitieverband, maar ook in de vrije tijd komen ze niet verder dan Fifa 16.
Dit gaat nu al minstens 3-4 maanden zo en de voorgeschreven ‘rust’ heeft tot nu toe nog geen zoden aan de dijk gezet. Dus dan maar naar de osteopaat.
Nieuw zijn deze overbelastingsklachten niet: in het begin van de 20e eeuw beschreven de artsen Osgood en Schlatter los van elkaar een aandoening van de knie waar vooral jonge jongens (maar ook zeker meiden) van een jaar of 10-16 jaar last van kunnen hebben. Vandaar de naam van deze aandoening: de ziekte van Osgood Schlatter.
Ook de orthopeed Sever beschreef in 1912 een soortgelijke aandoening aan de hiel en ook hij mocht er zijn naam aan verbinden: de ziekte van Sever.
Speurend op het internet onder de zoektermen ‘Ziekte van Osgood Schlatter’ en ‘Ziekte van Sever’ staan pagina’s informatie ter beschikking waarin ik nu enkel de kern wil aangeven.
De kniepees en de achillespees hechten bij kinderen aan op een zone waar het bot nog een kraakbeenachtige structuur heeft. Op deze zones vindt de meeste lengtegroei van het bot plaats en zal pas echt gaan verbenen als het kind is uitgegroeid. De zone waar de verbening optreedt heet de apofyse. Tijdens de groei worden de trekkrachten op de apofyse groter, vooral bij sporten waarbij veel gerend en gesprongen wordt. Hierdoor kunnen kleine beschadigingen ontstaan met ontstekingsverschijnselen en reactieve veranderingen (denk aan zwelling en botwoekering). Als er sprake is van klachten net onder de knieschijf, dan kan er sprake zijn van de ziekte van Osgood Schlatter en mochten de klachten zich rondom de aanhechting van de achillespees aan de hiel zich presenteren, dan kan er sprake zijn van de ziekte van Sever.
Het goede nieuws: de aandoeningen zullen in vrijwel alle gevallen spontaan verdwijnen. Het minder goede nieuws: het kan soms wel 2 jaar duren... In de tussentijd is de sportbelasting verminderd en dit kan zeker voor de geëngageerde jonge sporter een drama zijn. Het is een gegeven dat sport een belangrijke rol speelt in het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en het opbouwen van een sociaal netwerk. Verlies op aansluiting met de rest van het team ligt op de loer.
Met de bovenbeschreven klachten bij deze voetbalidolaten vraag ik me af wat mijn rol als osteopaat kan zijn en hoe deze klachten kunnen worden voorkomen. En wat zijn de factoren die van invloed kunnen zijn op het ontstaan van deze klachten en het in stand houden van deze klachten.
Ik besluit eens in de medische database Pubmed te struinen om wat te leren over overbelastingsklachten bij jonge sporters. Daar is best veel over te vinden. Het blijkt dat er een aantal factoren zijn die de kans op het krijgen van overbelastingsklachten in algemene zin kunnen verhogen. En dus ook op het krijgen van de ziekte van Osgood Schlatter en de ziekte van Severs.
Ten eerste de sportspecifieke training. Onder sportspecifieke training wordt die training verstaan die zich bezig houdt met het verbeteren van de specifieke vaardigheden van een specifieke sport. Denk aan sprinttraining en het trainen van het schot op doel bij voetbal en hockey of het oefenen van de opslag bij tennis. Door vaak een bepaalde beweging/actie te oefenen neemt de specifieke vaardigheid van een bepaalde sport toe. Sportspecifieke training kenmerkt zich door een relatief eenzijdig motorisch bewegingspalet.
Bij kinderen die midden in de groei zitten, is het belangrijk dat er zoveel mogelijk variabiliteit van motorische bewegingspatronen wordt aangeboden. Hoe meer diversiteit in spel en sport, hoe beter de sensomotorische ontwikkeling zal plaatsvinden. Te vroeg starten met sportspecifieke training doet de kans op overbelastingsklachten met de factor 4 (!)toenemen(1).
Ook is het belangrijk te kijken naar de ontwikkeling van de jonge sporter zelf. Zeker in de leeftijd tussen 10 en 16 jaar is dit zeer complex. In de literatuur wordt er gekeken naar de maturiteit van de jonge sporter. Maturiteit zegt iets over de werkelijke leeftijd van de sporter in relatie tot de skeletale ontwikkeling ofwel de skeletale leeftijd. Het gaat te ver om dit helemaal uit te leggen, maar het komt voor dat iemand voor zijn leeftijd groot is of juist klein. Het gevoeligst voor blessures (en dus ook voor de ziekte van Osgood Schlatter en de ziekte van Sever) zijn zij die voor hun leeftijd wat klein zijn en de sporters die midden in een groeispurt zitten (2).
Het lijkt er dus op dat de rol van de trainer niet onderschat mag worden. Is de trainer in staat om flexibel te zijn in de trainingsbelasting van de individuele sporter die in de groei zit? Kan hij/zij voldoende diversiteit van de oefenstof aanbieden om de sensomotorische ontwikkeling voldoende te laten rijpen?
In een E-elftal kunnen de leeftijden vrijwel gelijk zijn, in de skeletale leeftijd kan er al snel een verschil van 4 jaar aanwezig zijn. Men kan dus van deze leeftijdsgroep niet verwachten dat deze dezelfde trainingsarbeid kunnen verwerken zonder dat daarbij de kans op overbelastingsklachten toeneemt.
Als ouder/verzorger aan u de taak om dit eens goed tegen het licht te houden. Merkt u dat uw aanstaande Messi een groeispurt doormaakt en mocht hij/zij klagen over vermoeidheid en pijn aan de knie of de hak, let er dan extra op of uw kind genoeg rust neemt. In dat geval dus na de training of de wedstrijd, niet nog eens een potje voetballen in het park. Kijk of er wat gedaan kan worden aan de trainingsbelasting of wedstrijdbelasting.
En ik?
Ik zal in een vraaggesprek een gedetailleerd beeld van de klachten en de sportbelasting willen krijgen, om dan vervolgens uw kind te onderwerpen aan een uitgebreid lichamelijk onderzoek. Naast de pijnlijke plek zal ook gekeken worden naar de beweeglijkheid van de weefsels en structuren die belangrijk zijn voor de aansturing van de knie en enkelregio. Voor een goed herstel en belastbaarheid van gewrichten en pezen zijn een goede doorbloeding en zenuwfunctie de eerste voorwaarden. Hierin spelen o.a. de midden- en onderrug, bekken en heupen een hele belangrijke rol. Ook advisering omtrent de sportbelasting is een belangrijke pijler van de behandeling.
Daarnaast onderhoud ik nauwe contacten met een sportfysiotherapeut en podotherapeut.
Vragen?
Neem gerust contact op om uw persoonlijke situatie toe te lichten.
Mark Bergmans
Referenties:
1: Sports specialization is accociated with an increased risk of developing anterior knee pain in adolescent female athlets.
Randon Hall, Kim Barber Foss, Timothy E. Hewett and Gregory D. Myer
J Sport Rehabil. 2015 Feb; 24 (1): 31-35.
2: Importance op peak height velocity timing in terms of injuries in talented soccer players.
van der Sluis A, Elferink-Gemser MT, Brink MS, Visscher C.
Int J Sports Med. 2015 Apr; 36(4): 327-32.